Het aanleren en bevorderen van de zelfcontrole

Werken aan zelfbeheersing en zelfcontrole is een voorwaarde om problemen te kunnen oplossen op een actieve en positieve manier (vb.: praten, de juf of een vriend als bemiddelaar, een briefje schrijven, ...). Enkel wanneer we rustig zijn, kunnen we op een goede manier nadenken. Als we in de war of overstuur zijn, gaan we al gemakkelijker impulsief handelen: we doen zonder na te denken. Bij de leerlingen merken we vaak dat zij daardoor ongewenst gedrag stellen. Nog al te vaak kiezen zij voor een passieve oplossing (vb.: geen hulp zoeken, probleem opkroppen, in een hoekje gaan zitten) of negatieve oplossing (vb.: schelden, stampen, …).

 

Hier op school leren zij met het ‘schildpadverhaal’ en het ‘stoplicht’ een rust- en nadenkmoment in te bouwen vooraleer ze iets doen. Het is de bedoeling hen te laten ervaren dat zij controle hebben over hun gedrag. Zij moeten zichzelf leren sturen.

 

    

 

Bij het kiezen van een oplossing benadrukken de leerkrachten het principe ”Je bent zelf verantwoordelijk voor de keuze die je maakt!”. Een kind draagt steeds de gevolgen van hetgeen het doet. Het gevolg van de actieve en positieve oplossing “zeggen dat je iets niet-prettig vindt en vragen om ermee te stoppen’ zal verschillen van de agressieve oplossing ‘iemand stampen’.