Ouder of begeleider

Taak van de ouder of begeleider

Wat mag je WEL doen als ouder of begeleider?

1: Voor het huiswerk:

  • zorg voor een rustige, propere plaats
  • zorg voor het juiste schrijfgerief
  • spreek een vaste plaats af
  • spreek een vast moment af met je kind: wanneer starten? eerst even rusten (een vieruurtje, even spelen, wanneer pauze…) en daarna aan het huiswerk werken?
  • laat je kind de boekentas uitpakken
  • toon interesse: vraag wat je kind moet doen en kijk samen in de agenda
  • zet een handtekening in de agenda
  • moedig je kind aan om flink te werken

 

2: Tijdens het huiswerk:

  • luister al eens mee wanneer je kind hardop leest of een spreekoefening oefent
  • vraag de les op van je kind
  • vraag regelmatig of het huiswerk en de les lukken
  • wijs erop om ordelijk te werken
  • luister naar de vragen van je kind en zoek samen een oplossing (bijkomende vragen stellen, …)
  • blijf in de buurt tijdens het maken van het huiswerk

 

3. Na het huiswerk:

  • controleer of het huiswerk gemaakt is
  • moedig je kind aan om het huiswerk na te kijken (bv. Is alles ingevuld? Is de juiste bewerking uitgevoerd? …)
  • schrijf op waar je geholpen hebt
  • zorg ervoor dat je kind alles in de huiswerkmap en in de boekentas steekt

 

Wat mag je NIET doen als ouder of begeleider?

  • Het huiswerk maken in plaats van je kind.
  • Het huiswerk verbeteren: dit is de taak van de leerkracht.
  • Ruzie maken met je kind over het huiswerk.

 

Wat kan je doen indien het huiswerk maken niet lukt?

Schrijf dit in de agenda of op een briefje (wat en wanneer loopt het fout? Hoe vaak?). We zoeken samen een oplossing.

 

Op welke manier kan je je kind helpen?

Vraag aan de leerkracht op welke manier je extra uitleg kan geven aan je kind (zie ook onze ouderboekjes).